Autobelastingen

De huidige autobelastingen zijn gebaseerd op een mix van belasten van bezit en gebruik van fossiele brandstoffen via de accijnsheffing. Omdat het elektrisch rijden steeds verder ingeburgerd raakt, zal een steeds kleinere groep de inkomsten moeten opbrengen. De overheid gaat daarom de autobelastingen hervormen.

Hogere bijtelling elektrische auto

De bijtelling voor volledig elektrische auto’s met een datum eerste tenaamstelling in 2020 gaat ­­
8 procent over de eerste € 45.000 van de cataloguswaarde bedragen en over het meerdere 22 procent. Dit was in 2019 nog 4 procent over de eerste € 50.000 en 22 procent over het meerdere. Na 2020 wordt de bijtelling in stappen opgehoogd naar 12 procent over de eerste € 40.000 van de cataloguswaarde in 2021, 16 procent in 2022 en 17 procent in 2025. Vanaf 2026 geldt voor een elektrische auto dezelfde bijtelling van 22 procent als voor een gewone auto. Dit bijtellingspercentage blijft overigens 60 maanden geldig vanaf datum eerste tenaamstelling. Worden er meer elektrische auto’s verkocht dan verwacht, dan zal de stimulering ervan versneld worden afgebouwd. Voor innovatieve emissieloze auto’s, zoals de waterstof- en de zonnecelauto geldt dat de invoering van het maximumbedrag in de bijtelling wordt uitgesteld tot na 2024.

Aanpassingen BPM en MRB

De BPM wordt betaald bij aanschaf of import van een nieuwe auto en is gebaseerd op de CO2-uitstoot van de auto. In de nieuwe methode zal de uitstoot nauwkeuriger wordt berekend. Elektrische auto’s krijgen tot 2024 vrijstelling van BPM. De vrijstelling van motorrijtuigen­belasting (MRB) voor elektrische auto’s blijft vrijgesteld tot 2024. De huidige korting op de MRB voor bestelbussen wordt geleidelijk verminderd. Daarbij gaat het om 2 euro per maand per bestelbus vanaf 2021 t/m 2024.

Overige maatregelen

In 2021 en 2023 gaat de brandstofaccijns op diesel twee keer met 1 cent omhoog. De accijnsverhoging op benzine gaat niet door. Voor emissieloze auto’s die door particulieren worden aangeschaft wil men vanaf 2021 een aflopende aanschafsubsidie te verstrekken. Deze zal na 2021 worden afgebouwd aangezien de verwachting is dat er steeds meer betaalbare elektrische auto’s op de markt komen. Of deze subsidie er komt en hoe de uitwerking van de regeling gaat plaats vinden is nog niet duidelijk.

Fiets van de zaak

Ter terugdringing van broeikasgassen is ook een nieuwe regeling voor de fiets van de zaak in het leven geroepen. Nu kan aan een werknemer voor woon-werk verkeer onbelast een fiets ter beschikking gesteld worden, maar dient voor privégebruik de waarde in het economisch verkeer tot het belastbare loon gerekend te worden. Ook is het mogelijk om de fiets onder de werk­kosten­regeling (WKR) te brengen. In de meeste gevallen is dat budget beperkt. Vanaf 2020 wordt het eenvoudiger om een fiets van de zaak te gaan rijden. Werknemers betalen voor het privégebruik van een fiets jaarlijks 7 procent bijtelling over de catalogus­waarde. Gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer wordt zo wel erg aantrekkelijk gemaakt.