Hoe noem je plantaardige vlees- en zuivelvervangers? Benamingen als vegetarische worst of sojamelk roepen discussie op. Annette Toft, directeur van de Deense landbouw- en voedingsraad in Brussel en voorzitter van de werkgroep levensmiddelen van Copa-Cogeca, geeft drie redenen om vleesbenamingen te beschermen. 

De discussie rondom de benaming van plantaardige vlees- en zuivelvervangers is al een tijdje gaande. In april 2019 stelde het landbouwcomité van het Europees Parlement nog dat vlees afkomstig is van een dier en een dergelijke benaming niet gebruikt mag worden voor vegetarische producten. Het comité wilde dit omzetten in wetgeving, gebaseerd op een uitspraak van het Europees Hof uit 2017. Op Linkedin geeft Annette Toft drie redenen waarom plantaardige producten een andere naam moeten krijgen.

1. Verkeerde informatie 

Door de verstedelijking hebben veel consumenten beperkte kennis van de landbouw. Tegelijkertijd willen ze wel meer weten over de herkomst van een product, de milieubelasting en de welvaartstandaarden. Als een  plantaardige product dezelfde benaming heeft als het origineel kan dat voor verwarring zorgen. Want het product is niet hetzelfde. Het vervangende product kan qua uiterlijk, smaak en textuur op het origineel lijken, maar dat betekent niet dat het ook dezelfde voedingswaarde heeft. 

Nu de markt voor plantaardige producten groeit, neemt die kans op verwarring ook toe. Voorheen was het een nichemarkt en moesten consumenten ervoor naar gespecialiseerde winkels. Nu liggen vlees en vleesvervangers naast elkaar in het schap in de supermarkt.

2. Cultureel erfgoed

De benamingen van vlees en zuivel zitten diep verankerd in ons culturele erfgoed. Iedereen weet wat producten als boter, melk, ham, spek of biefstuk zijn. Die vanzelfsprekendheid is de reden waarom er tot nu toe geen bescherming voor deze benamingen nodig was. Als we lokaal en regionaal erfgoed bewaken met  met beschermde geografische aanduidingen en beschermde oorsprongsbenamingen, moeten we volgens Toft consequent zijn en dit ook doen voor de benamingen van vlees en zuivel.

3. Een kans voor plantaardige producten

Vegetarische producenten moeten de roep om bescherming van vlees- en zuivelbenamingen volgens Toft niet zien als een aanval maar een kans. Ze denkt dat deze industrie creatief en trendy genoeg is om een succesvolle nieuwe naam te bedenken. Ze is ervan overtuigd dat veel concepten en woordspelingen belangrijke informatie als smaak en structuur even goed over kunnen brengen als een vlees- of zuivelbenaming. "Het ontwikkelen van een groot aantal creatieve marketingconcepten en producten die geen bestaande vlees / melkproducten kopiëren, is ook een manier om de fundamentele paradox van de plantaardige imitatie-industrie op te lossen", zegt ze. "Een industrie die mainstream wil worden, hoeft geen bestaande producten na te bootsen."

 

Altijd op de hoogte blijven?