Op diervriendelijke wijze houden Lenno en Mariëlle Hoogerbrugge Limousin koeien in de Rotterdamse polder Schieveen. Eens per maand verkopen ze een hele koe vanaf hun boerderij. In één keer, direct aan particulieren. “Puur natuur, traceerbaar rundvlees. Verser kan niet.”
Vlakbij de snelweg A13, met uitzicht op de verkeerstoren van Rotterdam Airport en de skyline van Rotterdam, liggen de weilanden van boerderij Hoogerbrugge Natuurlijk. Het is een van de laatste nog functionerende boerderijen binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam. “We zijn alweer de vierde generatie Hoogerbrugges op deze plek in het Groene Hart,” vertelt Lenno Hoogerbrugge. Twintig jaar geleden stopte de boer met melken. De melkkoeien gingen weg omdat zijn vader en oom het rustiger aan wilden doen. “Een jaar lang hadden we geen vee. Maar ik ben en blijf een boer,” zegt Lenno, bij wie het toch weer begon te kriebelen. De lege stallen vond hij maar niets. Lenno ging op zoek naar vee dat bij hem én bij de omgeving past. Aan intensieve veehouderij is geen behoefte, zo dichtbij de stad. De boer wilde vee dat goed gedijt op schrale grond. Koeien die zonder keizersnede kunnen afkalven en bij het extensieve beheer van de polder passen; een deel van zijn 63 hectare grond bestaat namelijk uit natuurgebied.
Kuddedieren
Lenno koos voor de Limousin koe, een ras dat van oorsprong uit Frankrijk komt. “Hun karakter staat dichtbij de natuur. Het zijn geen aaibare melkkoeien, maar eigenwijze dieren. Ze luisteren maar naar één baas. Als ik samen met iemand de wei in ga, weten ze niet wat ze moeten doen.” Eén koe naar voren halen lukt niet, want dan volgt de rest vanzelf. “Het zijn echte kuddedieren. Daar moet je mee leren omgaan.”
Meer weten over de boerderij van Lenno en Mariëlle Hoogerbrugge? Lees dan het complete artikel online of in Vlees 2-2020. Nog geen abonnee? Sluit dan nu een abonnement af en betaal het eerste jaar slechts € 49,99.