De runderen van Label Rouge

21 maart 2019

De Franse veehouder Didier Auclair houdt in Buxière-les-Mines in de Auvergne runderen en schapen. Het vlees draagt het keurmerk Label Rouge, waarvoor strenge regels gelden ten aanzien van dierenwelzijn.

Het boerenbedrijf van Didier Auclair beslaat bijna honderd hectare land, waarvan twaalf hectare voor verbouw van de granen. Dat dient mede als voer voor zijn vee. De runderen en schapen van de veehouder hebben het goed. De boer laat ze minstens zes maanden van het jaar buiten grazen. Alleen in de winter zijn binnen.

Label Rouge

Dat buitenleven is ook een voorwaarde om bij Label Rouge, het Franse keurmerk voor premium vlees, aangesloten te kunnen zijn. Het label staat voor dierenwelzijn en uitzonderlijke smaak. Daarvoor zijn strenge regels opgesteld. De Franse overheid heeft de supervisie over het label en laat regelmatig controles uitvoeren.

Het label werd in de jaren ’60 opgericht als reactie op de intensieve pluimveehouderij van die tijd. Maar de hoge eisen bleken ook prima toe te passen in de runden schapenhouderij. Het merk is wat betreft rund- en lamsvlees in Nederland minder bekend, maar daar wil de Franse belangenorganisatie voor de export Sopexa verandering in brengen. 

Eisen label

Didier Auclair laat zien hoe zijn dieren leven en waar aan voldaan moet worden om dit premium label te mogen voeren. De schapen en runderen lopen in aparte weilanden. Ze grazen in kleine groepjes, meestal bij elkaar. De weilanden zijn afgerasterd en elke twee dagen verkast de veehouder zijn dieren naar een andere wei om te kunnen grazen. Zo kan het gras weer aangroeien.

Label Rouge rund _ foto VLE 6-2018

Dat idee om de kuddes te verplaatsen heeft de veehouder zelf bedacht. En het werkt. “Een koe per voetbalveld, dat is de optimale situatie”, aldus Auclair. Er is ook onderscheid: de drachtige dieren lopen bij elkaar, apart van de andere koeien. En ook de ossen en de stieren hebben een eigen wei. Een deel van de veestapel is er voor het vlees. Maar de kalveren die worden geboren blijven na de geboorte eerst enkele maanden bij de moeder. Die worden niet geslacht voor het vlees. De koeien krijgen de tijd om te herstellen van de geboorte. Een koe is na drie jaar geschikt als vleeskoe en geeft dan premium ‘boeuf’.

Het voer voor de koeien en schapen teelt Auclair op eigen land. Hij verbouwt diverse granen en om genoeg voorraad voor de winter te hebben, worden deze in plastic balen geperst. De stieren worden in beginsel niet gecastreerd. Een aantal is er om de koeien te dekken en voor nageslacht te zorgen. Maar voor de export naar Italië worden exemplaren wel gecastreerd. Het ossenvlees is daar een delicatesse.

Lees het hele artikel in Vlees+, editie 6-2019. Nog geen abonnee? Vraag dan hier twee proefnummers aan!

 

Altijd op de hoogte blijven?