Zeeuwse scharrelvarken krijgt de ruimte

25 januari 2018

Rinus en Willem Stoutjesdijk zijn varkensboer, niets meer en niets minder. In hun boerenbedrijf in het Zeeuwse Nieuwerkerk houden ze scharrelvarkens. De dieren worden gehouden in nieuwe stallen met buitenuitloop en volop daglicht. Binnen lopen varkens en liggen ze gescheiden naar grootte op stro. De stallen zijn nieuw; ze hebben betonvloeren waarop stro ligt. Achteraan is een rooster waar de varkens mesten en vooraan staan de voederbakken waar ze eten.

Buiten is amper te ruiken dat hier een varkenshouderij is, want de lucht wordt gereinigd met water en bacteriën. Het biologisch-luchtwassysteem zorgt ervoor dat de uitstoot van ammoniak met 70 procent wordt gereduceerd en de geur met 85 procent. De mest verdwijnt onder de grond in een grote opslagtank, waardoor stof en stank verdwijnen.

De varkens zelf behouden hun staartjes, in tegenstelling tot veel bedrijven waar ze al bij de biggen afgesneden worden. “Mijn vader was boer in de jaren 70. Hij paste de varkens aan de stal aan, vertelt Rinus Stoutjesdijk. “Omdat ze weinig ruimte hadden, altijd binnen zaten met geblindeerde ramen, gingen de dieren elkaars staarten afbijten uit verveling. Het produceren was destijds wel veel goedkoper.” De vierde generatie Stoutjesdijk besloot weer naar de oude manier van varkenshouderij terug te gaan: op stro, met buitenuitloop én met krulstaartjes. “Wij hebben de stal aangepast aan de varkens. Wij laten alles eraan zitten, een staart eraf halen is niet normaal”, zegt Rinus Stoutjesdijk.

De kleinste biggetjes in het bedrijf zijn net twee dagen oud. Een zeug krijgt er gemiddeld 7 à 8 per worp. De diertjes blijven bij elkaar bij de moederzeug, zo blijven ze ongeveer even sterk. Na vijf weken – als ze van de zeug af gaan – krijgen ze een oormerk. Een maand of vier verblijven de varkens in de stallen; ze krijgen geen antibiotica en hun voedsel bestaat uit water en voer.

Het voer komt van eigen land. De boeren verbouwen zelf tarwe. Het voer van hun eigen land is echter niet voldoende voor alle dieren. Ook heeft tarwe een te laag eiwitgehalte. Daarom wordt het aangevuld met sojavoer.

Voor het volledige artikel: Vlees+ 2018 editie 2

  •  

Altijd op de hoogte blijven?